Een groepsfoto van de deelnemers aan een georganiseerde reis van de Brailleliga, met een berglandschap op de achtergrond.
Sociaal leven

De cijfers achter het sociale leven

Gepubliceerd op 20 maart 2024

Een jaar na het thema mobiliteit, zet de Brailleliga de Week van de Brailleliga in het teken van het sociale leven van blinde en slechtziende personen. Een sensibiliseringscampagne die opgebouwd is rond jullie ervaringen. De resultaten vind je hier terug.

Eind 2023 vulden 438 personen de enquête online of telefonisch in, een representatieve steekproef. 48 % van de respondenten woont samen met iemand (partner en/of kind) en 36 % woont alleen. Dat is vergelijkbaar met de Belgische bevolking (Statbel 2023). 16 % woont bij de ouders, in co-housing, in een woonzorgcentrum… 21 % van de ondervraagden is aan het werk.

Het sociaal rapport

We peilden eerst naar de fysieke en het mentale welzijn en de sociale levenskwaliteit van blinde en slechtziende personen. We vroegen hen een score te geven op een schaal van 1 tot 10. De gemiddelde score is dezelfde voor de drie onderwerpen: 6/10. Deze score ligt lager dan de algemene cijfers in België. Volgens het Nationaal Geluksonderzoek 2023 uitgevoerd door NN en UGent, geven de Belgen hun geluk een score van 6,6/10.

De blinde personen, Nederlandstaligen, mannen, 55-plussers en de actieve bevolking zijn het meest tevreden over hun fysiek welzijn. Het mentaal welzijn van de niet-actieve bevolking, Nederlandstaligen en blinde personen is het best. De 35-54-jarigen geven een score van 5,7/10. Nederlandstaligen, werkenden, blinde personen en mensen uit landelijke gebied lijken het meest rijkelijk gevulde sociale leven te leiden.

Een groepsfoto van de deelnemers aan een georganiseerde reis van de Brailleliga, met een berglandschap op de achtergrond.
Samen op reis met de Brailleliga, altijd een avontuur!

Impact van de visuele handicap

71 % van de respondenten vindt dat hun visuele handicap een negatieve impact heeft op hun deelname aan het culturele en sportieve leven. Volgens 11 % heeft het een positieve impact. “Dan gaat het voornamelijk om mensen die aangepaste activiteiten doen, zoals die bij de Brailleliga” zegt Ineke Godts, diensthoofd van de Sociale dienst. “Ze ontmoeten er lotgenoten, wat ergens toch wel emotioneel sterkt. Beseffen dat ze er niet alleen voor staan en dat enorm veel mensen in dezelfde situatie zitten, geeft hen kracht en er ontstaan zelfs mooie vriendschappen uit. Daarna, van zodra ze gegroeid zijn in hun zelfvertrouwen, zetten ze de stap naar andere algemene activiteiten. Dat is ook een manier om inclusie te bereiken.”

64 % vindt dat hun visuele handicap een negatieve invloed heeft op hun welzijn, en voor 63 % van de respondenten wordt hun sociale leven er negatief door beïnvloed. Ineke Godts verklaart de cijfers: “Ik hoor regelmatig van cliënten dat hun visuele handicap invloed heeft op het uitgaan, het emotionele leven en het welzijn. Ze vertellen dan dat het niet echt fijn is om uit te gaan omdat ze niet zelfstandig ter plaatse geraken of telkens aan iemand moeten vragen om hen te begeleiden: ze voelen zich afhankelijk van derden. Bovendien is er weinig ruimte voor improvisatie want alles moet altijd goed op voorhand geregeld worden. Dit alles heeft natuurlijk een invloed op hun welzijn en hun emotionele leven.”

48 % vindt dat de handicap een negatieve invloed heeft op hun emotionele en seksuele leven. Tot slot vindt 34 % dat hun leven als ouder of hun ouderschapsplannen negatief zijn beïnvloed. De Brailleliga biedt begeleiding aan toekomstige ouders en grootouders met een visuele handicap.

Iemand geeft een flesje aan een oefenpop in bijzijn van een therapeut van de Brailleliga.
Onze therapeuten bereiden je met een aangepaste oefenpop voor op het (groot)ouderschap.

Positieve emoties…

We legden onze respondenten 13 emoties of mentale toestanden  voor en vroegen hen hoe vaak ze die voelden. Verrassend genoeg waren de top 4 van meest gevoelde emoties allemaal positief: 77 % voelde zich (vaak of soms) gesteund. Zelfde resultaat voor vreugde, net vóór zelfvertrouwen en het gevoel geliefd te zijn (beide 74 % van de respondenten). Het eerste meest genoemde negatieve gevoel is verdriet, dat door 73 % van de respondenten vaak of soms wordt gevoeld. 69 % voelt onrechtvaardigheid en 60 % voelt zich angstig.

… maar niet altijd

We vroegen de respondenten specifiek hoe vaak ze geconfronteerd werden met onaangename situaties omwille van hun visuele handicap. 67 % zei dat ze vaak of geregeld werden geconfronteerd met onbegrip van ziende personen. 55 % zei dat ze een speciale behandeling kregen. 42 % zei dat ze regelmatig het gevoel hadden dat anderen te veel hun best deden om hen te helpen, hen vermeden of uitsloten van bepaalde groepen. 41 % zei dat ze vaak of soms gediscrimineerd werden. 37 % had het gevoel dat ze niet werden uitgenodigd voor feestjes of activiteiten omwille van hun handicap. 36 % had het gevoel dat ze niet op hun eigen tempo konden rouwen om het verlies van hun zicht. Tot slot zei 32 % dat ze onaangename opmerkingen of zelfs beledigingen kregen omwille van hun visuele handicap.

Rouwen om je zicht
Yves is 75, 25 jaar getrouwd en is intussen zo’n 5 jaar slechtziend door LMD. “Toen het begon, was ik overweldigd. Ik zeurde over alles en had medelijden met mezelf. Ik was ongenietbaar. Ik volgde mobiliteitslessen bij de Brailleliga  en ik was een hel om mee om te gaan. Mijn therapeut had engelengeduld om me opnieuw omhoog te stuwen. Ik probeer het positieve te zien, en nu zie ik de glimlachen. Ik ben nog niet zo ver in het accepteren van mijn handicap dat ik alleen met een witte stok loop of aangepaste uitstapjes maak. In tussentijd is het mijn vrouw die me vergezelt. Zij is mijn ogen. We tuinieren samen, we gaan naar zee en als we een restaurant binnengaan, scant ze de zaal om te zien of er mensen zijn die ik ken, zodat ze niet beledigd zijn als ik ze niet herken”.

Getuigenissen

De enquête vroeg mensen ook om zich vrij uit te drukken en velen deelden hun frustratie over het feit dat ze verkeerd begrepen worden door ziende personen. “Hun hulp is vaak onhandig en te directief. Ze doen dingen in onze plaats, wat het plezier en de voldoening wegneemt.” - “Als het over administratie gaat, moeten we rechtvaardigen dat we e IT-tools niet begrijpen of niet weten hoe ze te gebruiken. Mensen begrijpen niet dat het niet altijd mogelijk is voor ons.” - “Op het werk denken sommigen dat ik niet op mijn plaats zit en dat ik niet voor mensen kan zorgen.” Sommigen vertelden ons over de opmerkingen die ze niet meer wilden horen: “ ‘Hoe gaat het met je ogen?’, terwijl ze weten dat het ongeneeslijk is. Ik heb ook te horen gekregen dat ‘oogdruppels geweldig zijn, ik gebruik ze ook vaak’, behalve dat die van mij veel pijn doen, daar is niets geweldigs aan.” Sommige mensen zeggen dat ze mishandeld of beroofd zijn, waarschijnlijk omwille van hun visuele handicap. Ze hebben het er ook over dat ze uitgelachen worden op school, op straat of in het openbaar vervoer: “Als ik een plaats krijg in de bus omdat ik een witte stok heb, durf ik geen boek lezen, zodat mensen niet zouden denken dat ik ze bedrogen heb.” Tot slot over relaties: “Mensen vinden me aardig, maar als ze zich realiseren wat de echte gevolgen van mijn handicap zijn (ik moet worden opgehaald of naar huis gebracht, ik kan niet alle activiteiten doen), gaan veel van hen er stiekem vandoor. Gelukkig zijn we aangewezen op de paar echte vrienden die we hebben, maar dit heeft een negatieve invloed gehad op mijn zelfvertrouwen en indirect ook op dat van anderen.”

Een persoon heft het glas tijdens een etentje.

De dichte kring

Over het algemeen wordt er goed voor blinde en slechtziende personen gezorgd. Gemiddeld kunnen ze rekenen op 9 mensen in hun familie. Ze voelen zich ook nauw verbonden met 8 vrienden, 3 buren, 2 of 3 andere mensen met een visuele handicap en 1 of 2 begeleiders (meestal een echtgenoot, ouder of kind). Verrassend genoeg vinden werkende mensen dat ze gemiddeld op bijna 13 collega’s kunnen rekenen. Dit is dus (voor degenen die werken) de kring met de meest vertrouwde mensen, vóór familie en vrienden. 64 % van de blinde en slechtziende personen gaat vaak of soms iets drinken of eten in een restaurant. 63 % gaat op bezoek bij familie of vrienden. 53 % nodigt vrienden en familie thuis uit en 50 % gaat vaak of soms shoppen. 44 % neemt deel aan een vorm van sport of lichaamsbeweging, 33 % gaat soms of vaak naar het theater, het museum of de bioscoop en 28 % neemt deel aan activiteiten die georganiseerd worden voor personen met een visuele handicap, zoals die van de Brailleliga. Tot slot gaat 45 % van de respondenten naar pretparken en 26 % naar sportwedstrijden. Respondenten die zeiden dat ze minstens soms uitgaan of thuis uitnodigen, doen dat vooral om hun isolement te doorbreken (63 %) en nieuwe mensen te ontmoeten (70 %). Vervolgens legden ze uit dat het was om andere blinde en slechtziende personen te ontmoeten (60 %).

Werken aan het zelfbeeld
De Brailleliga helpt niet alleen personen met een visuele handicap om praktische vaardigheden aan te leren in functie van zelfstandigheid: opleidingen om zich te leren verplaatsen, braille lezen en schrijven, met de smartphone leren werken… we helpen onze cliënten ook werken aan hun zelfbeeld via diverse gerichte activiteiten die samen een compleet boostpakket vormen voor het zelfvertrouwen en hun zelfbeeld. Zo zijn er de sessies over ‘Persoonlijke verzorging’ en ‘Algemene gelaatsverzorging’ voor mannen en vrouwen en ‘Make-up’ voor vrouwen. Daarnaast zetten we in op therapie aan de hand van activiteiten als schilderen en muziek, en bieden we diverse sportactiviteiten aan. Van zwemmen, fietsen (en bijhorende testen voor de rijvaardigheid) tot zelfs muurklimmen. Onze Dienst begeleiding en hulp in het dagelijkse leven organiseert sinds een jaar ook upperdares, in alle discretie voor haar cliënten.
een oudere vrouw is bezig met haar make-up

Digitaal leven

Blinde en slechtziende personen gebruiken computers en sociale netwerken zoals iedereen. Met een paar aanpassingen (voorlees- en vergrotingssoftware, toegankelijkheidsopties) is het voor hen perfect mogelijk om een smartphone, tablet of computer te gebruiken. 8 % van de ondervraagden gebruikt geen van deze hulpmiddelen. Meer dan 8 van de 10 blinde en slechtziende personen maken gebruik van sociale netwerken, vooral de jongste en meest actieve. WhatsApp is het meest gebruikte sociale netwerk (61 %), gevolgd door Facebook (54 %) en YouTube (36 %).

Mensen gebruiken sociale netwerken in de eerste plaats om contact te houden (87 %), maar ook om op de hoogte te blijven van wat er om hen heen gebeurt (81 %). Ze gebruiken ze ook voor entertainment en om hun activiteiten te organiseren. Een kleine helft gebruikt ze ook om van gedachten te wisselen met blinde en slechtziende personen of om nieuwe mensen te ontmoeten.

52 % van de blinde en slechtziende personen zegt dat ze de meeste van hun contacten in het echte leven hebben, terwijl een derde zegt dat ze evenveel contacten in het echte leven hebben als via sociale netwerken. Minder dan één op de vijf mensen zegt meer virtuele contacten te hebben dan contacten in het echte leven.

De enquête bevestigt dus het belang van digitale hulpmiddelen en netwerken. Julien Rolin, Diensthoofd van de Service d’information sur les adaptations techniques (Informatiedienst voor technische aanpassingen): “Dankzij onze opleidingen leren cliënten hoe ze deze hulpmiddelen, die een actief digitaal sociaal leven perfect mogelijk maken, moeten gebruiken. Het is ook van vitaal belang om de digitale toegankelijkheid te verbeteren (van websites, applicaties, etc.). Steeds meer taken en aanvragen worden gedigitaliseerd. Het is belangrijk dat leeftijd en handicap geen obstakels meer vormen en dat we alternatieven (loketten, telefoon) behouden voor wie niet digitaal geletterd is. Zowel voor het sociale leven als voor het dagelijks leven”.

Dit vind je misschien ook interessant…

Terug naar boven