Onderzoek

De Onderzoeksprijs

Gepubliceerd op 18 december 2025

Al 20 jaar steunt de Brailleliga wetenschappelijk oftalmologisch onderzoek via haar Stichting voor de blinden. Dit jaar werd het onderzoek van dr. Thomas Jacobs en Jan Van Eijgen (UZ/KULeuven) over de technieken voor glaucoomoperaties uitverkozen om steun te ontvangen ter waarde van € 75.000.

‘Belgische bijdrage aan de studie naar het behoud van het gezichtsveld bij verschillende glaucoomoperaties: een analyse van gegevens uit de praktijk.’ Dat is de titel van het uitgekozen project. Thomas Jacobs en Jan Van Eijgen vertellen meer over hun onderzoek:

“Glaucoom is een ziekte waarbij specifieke anatomische veranderingen ter hoogte van de oogzenuw gepaard gaan met inkrimping van het gezichtsveld. Sinds de eerste glaucoomchirurgie werd bestudeerd, is oogdruk de belangrijkste uitkomstmaat geweest om succesvolle chirurgie te definiëren. Oogdrukverlaging blijft de hoeksteen van glaucoombehandeling, omdat het de enige risicofactor is die we effectief kunnen behandelen. Recent heeft het glaucoom chirurgisch landschap een grote toename aan mogelijkheden verworven, welke steeds vergeleken werden op basis van hun oogdruk verlagend vermogen.

Voor dit onderzoek gaan we Belgische gezichtsveldgegevens van patiënten die verschillende glaucoom chirurgische modaliteiten ondergingen, verzamelen en samenvoegen met internationale data in de International Glaucoma Surgery Registry (IGSR). We willen met deze grote gegevenspool nagaan welke methodes het meest efficiënt aan gezichtsveldbewaring doen op lange termijn. Zo heeft ons onderzoek als doel om voor het eerst gezichtsveldbehoud prioriteit te geven boven verlaging van de oogdruk. Daarmee hopen we het verschil te kunnen maken voor glaucoompatiënten door te focussen op wat er voor hen echt toe doet: het bewaren van hun zicht en daarmee het behoud van levenskwaliteit.”

Wat betekent dit voor glaucoompatiënten en artsen?

“Het doel van dit project is om de verschillende glaucoom chirurgische technieken onder de loep te nemen en met elkaar te vergelijken. 
Op het einde van de rit zou ons onderzoek moeten leiden tot een reeks aanbevelingen, voor zowel arts als patiënt. Deze resultaten kunnen artsen helpen om hun behandelkeuzes beter af te stemmen op de patiënt die voor hen zit. Door chirurgische technieken met elkaar te vergelijken op basis van hun effect op het gezichtsveld, kunnen we beter voorspellen welke ingreep voor welke patiënt het meeste kans heeft om verdere gezichtsveldschade te voorkomen. Dit zal leiden tot persoonlijkere zorg, duidelijkere richtlijnen en een hogere kwaliteit van leven voor patiënten. 

Het is namelijk heel begrijpelijk dat glaucoom angst met zich meebrengt; je zicht is immers ontzettend kostbaar. Vandaag beschikken we over een breed gamma aan mogelijkheden. Die kunnen het ziekteproces vertragen en vaak zelfs levenslang onder controle houden. Het belangrijkste wat de patiënten kunnen doen, is de controles trouw bijwonen en de behandeling goed opvolgen. En daar staan ze niet alleen in: de glaucoomspecialist begeleidt hen stap voor stap, volgt de situatie nauwgezet op en past de behandeling aan wanneer dat nodig is. Samen doen we er alles aan om het zicht zo goed mogelijk te beschermen.”

Waar staat het project?

“De studie werd onlangs officieel goedgekeurd, en sinds deze zomer zijn we actief gestart met de dataverzameling in het Universitair Ziekenhuis Leuven. Parallel starten we nu ook de samenwerking op met andere Belgische centra zodat zij hun gegevens kunnen aanleveren. Het project zit dus volop in de dataverzameling fase. Het verzamelen van medische gegevens vraagt tijd, nauwkeurigheid en mensen die hiervoor specifiek opgeleid zijn. Niet elk ziekenhuis beschikt over voldoende medewerkers die dit bovenop hun gewone taken kunnen opnemen. Daarom voorzien we twee werkopties: ziekenhuizen kunnen ervoor kiezen om de dataverzameling zelf te doen, of ze kunnen het aan ons onderzoeksteam overlaten. Op die manier proberen we de drempel zo laag mogelijk te houden. Daarnaast is het belangrijk dat alle gegevens op dezelfde manier worden verzameld en verwerkt, zodat ze goed vergelijkbaar zijn.

De steun van het fonds is essentieel voor het welslagen van dit onderzoek. Het verzamelen, opschonen en analyseren van grote hoeveelheden gegevens uit verschillende ziekenhuizen vraagt veel tijd en expertise. Dankzij de financiële steun kunnen we deze middelen effectief inzetten. Ze maakt het mogelijk om dit onderzoek op een kwalitatief hoog niveau uit te voeren en om met België een betekenisvolle bijdrage te leveren aan een internationale samenwerking die glaucoompatiënten wereldwijd ten goede komt.”

Cruciale steun voor jonge onderzoekers
Bij de oprichting besliste de Stichting voor de blinden om wetenschappelijk onderzoek te steunen via het Fonds voor Research in Oftalmologie (FRO). Die beslissing kwam er na het advies van het Wetenschappelijk Comité van de stichting, dat 9 professoren telt uit de universitaire oogheelkundige centra van ons land (zie de actuele leden hieronder). Het FRO werd in 1996 opgericht op initiatief van professor Marie-Josée Tassignon, met als doel wetenschappelijk oogheelkundig onderzoek in België te stimuleren door beurzen toe te kennen aan jonge onderzoekers die zijn verbonden aan een Belgische universiteit. Het is voor onderzoekers aan het begin van hun carrière immers niet altijd vanzelfsprekend om fondsen te krijgen voor onderzoek. Het FRO wordt gefinancierd door verschillende Belgische wetenschappelijke verenigingen voor oogheelkunde, door de farmaceutische industrie en sinds 2006 ook door de Stichting voor de blinden.

Dit vind je misschien ook interessant…

Terug naar boven