Gezondheid, Onderzoek

De impact van financiële steun

Gepubliceerd op 16 april 2024

Over de jaren heen konden tientallen onderzoekers hun wetenschappelijk onderzoeksproject succesvol afwerken dankzij de financiële steun van de Brailleliga. Maar wat heeft dat nu betekend voor hun onderzoek, carrière en leven? We laten opnieuw enkele ex-laureaten aan het woord.  

Lies De Groef (KU Leuven – laureaat in 2011 en 2015)

Lies ontving de prijs in 2011 voor haar onderzoek over glaucoom en een tweede keer in 2015 voor het onderzoek over de rol van de ziekte van Parkinson op het netvlies. Vandaag leidt ze de onderzoeksgroep Cellulaire Communicatie en Neurodegeneratie, binnen de divisie Dierfysiologie en Neurobiologie van het Departement Biologie van de KU Leuven.

Portret van Lies De Groef
Lies De Groef

Bent u tevreden met het resultaat van uw onderzoek destijds?

We hadden in 2011 zowel technische als inhoudelijke vragen die we wilden aanpakken. Enerzijds zijn we erin geslaagd om een vernieuwend onderzoeksmodel voor glaucoom te implementeren in onze onderzoeksgroep. Dit was een technische verwezenlijking waarvan het model en de expertise vandaag nog steeds centraal staan in ons onderzoek. Anderzijds wilden we onderzoeken wat de rol is in glaucoom van een specifieke klasse van enzymen. We onderzochten 4 verschillende zogenaamde matrix metalloproteinasen en ontdekten hun essentiële bijdrage aan de ziekteprocessen die aan de basis liggen van glaucoom alsook aan de herstelprocessen die eventueel zouden kunnen gestimuleerd worden om het zicht te bewaren of te herstellen. Alles samen leidde dit tot meer dan 10 publicaties in wetenschappelijke tijdschriften, vele bijdragen aan congressen en symposia, en 3 vervolgprojecten. Dit onderzoek legde de basis voor het project dat ik later als postdoctoraal onderzoeker opstartte. Het werd toen meer en meer duidelijk dat typische hersenaandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer en Parkinson, ook het netvlies aantasten. Via studies in muismodellen voor de ziekte van Parkinson onderzocht ik welke ziekteprocessen er precies optreden in het netvlies, en hoe we dit kunnen aanwenden om de ziekte beter te begrijpen en eventueel ook voor diagnose en opvolging.

Wat heeft onze steun kunnen betekenen voor uw onderzoek?

Het zorgde voor een goede start, waarvan ik tijdens mijn hele doctoraatsonderzoek de vruchten heb kunnen plukken. Zo kon ik al in het begin kostelijke apparatuur aankopen, zoals een laser om de schade veroorzaakt door glaucoom na te bootsen. Dat maakte het mogelijk om een nieuw, zeer waarheidsgetrouw onderzoeksmodel voor glaucoom op te zetten. De prijs in 2015 viel samen met de start van mijn postdoctoraal onderzoek, en heeft me toegelaten een nieuwe onderzoekslijn op te starten, gericht op het bestuderen van de ziekte van Alzheimer en Parkinson.

Waar staat het onderwerp van uw onderzoek vandaag?

Het glaucoomonderzoek is intussen, net als het onderzoek naar andere neurodegeneratieve aandoeningen, sterk geëvolueerd van ‘neuron-centrisch’ naar meer ‘holistisch’.  Meer en meer richt het zich niet enkel op de zenuwcellen die afsterven, maar ook op de andere celtypes die de zenuwcellen omringen en die essentieel zijn voor hun goede werking. We begrijpen steeds beter dat die steun van de omringende cellen essentieel is voor de overleving van de zenuwcellen, en dat defecten in die ondersteunende cellen een belangrijke rol spelen tijdens het verloop van de ziekte. We hebben onze onderzoeksfocus dus verruimd, en kijken vandaag ook naar bv. ontstekingsmechanismen en bloedvaten wanneer we op zoek gaan naar strategieën om de zenuwcellen te beschermen. Die strategie volgen we ook in het onderzoek naar het effect van de ziekte van Alzheimer en Parkinson op het netvlies. Er werd intussen een studie in UZ Leuven opgestart, waarin we de veranderingen in de bloedvaten en zenuwcellen in het netvlies van Alzheimer- en Parkinsonpatiënten bestuderen, en proberen een diagnose te stellen aan de hand van beeldvorming van het netvlies.

Wat heeft de steun voor uw onderzoek u bijgebracht?

Het maakte het mogelijk om experimenten van hogere kwaliteit op te zetten, en nieuwe modellen voor de studie van glaucoom en de ziekte van Parkinson te introduceren in onze onderzoeksgroep. Dit betekende het startpunt van vele nieuwe projecten en onmisbare instrumenten voor verschillende doctoraatsstudenten. De steun is een hefboom geweest voor mijn onderzoek en heeft bijgedragen aan verschillende studies die een duidelijke impact hadden op ons onderzoeksveld, onder meer studies naar hersenstimulatie als therapie voor glaucoom, matrix metalloproteinases als mogelijke doelwitten voor nieuwe glaucoombehandelingen, verbeterde technieken voor het opvolgen van glaucoom en de ziekte van Parkinson, en de ontwikkeling van nieuwe diagnostische testen gebaseerd op beeldvorming van het netvlies. Het waren de eerste prijzen die ik ontving als jonge onderzoeker, en dat heeft zeker deuren geopend, zoals succesvolle aanvragen voor reistoelages om congressen bij te wonen, een reisbeurs om een jaar aan University College London te gaan studeren, en een beurs als postdoctoraal onderzoeker. Intussen werd ik professor in het Departement Biologie van KU Leuven, en steun ik met veel plezier jonge onderzoekers die op hun beurt projecten bij het FRO (Fonds voor Research in Oftalmologie) indienen. Zo is de cirkel rond, en blijven de financiële bijdragen van de Brailleliga en de lezers van ‘Witte Stok’ nieuwe generaties onderzoekers ondersteunen in hun zoektocht naar behandelingen voor oogaandoeningen.

Heeft u nog een boodschap voor de Brailleliga?

Het neurowetenschappelijk onderzoek heeft de voorbije jaren grote stappen gezet. We begrijpen de werking van het brein en het netvlies steeds beter, net als de veranderingen die leiden tot neurodegeneratie en slechtziendheid. Doorbraken in het onderzoek naar geneesmiddelen voor bv. de ziekte van Alzheimer hebben ook een belangrijke impact op het onderzoek naar behandelingen voor neurodegeneratieve ziekten van het netvlies, zoals glaucoom of leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Ik zie de toekomst dus positief tegemoet!

Déborah Lipski  (ULB - laureaat in 2013 en 2015)

Deze jonge onderzoekster werd eveneens twee keer beloond voor haar onderzoekswerk over de identificatie van de genexpressie van endotheliale cellen tijdens experimentele autoimmune uveïtis.

Portret van Déborah Lipski
Déborah Lipski

Bent u tevreden met het resultaat van uw onderzoek destijds?

Het initiële doel van het project was het identificeren van de mechanismen die leiden tot het verlies van afsluiting van de binnenste BRB tijdens uveïtis, om zo nieuwe therapeutische doelwitten te identificeren. Om wat context te geven bij mijn resultaten: het begrip uveïtis verwijst naar een waaier van ziektes gekenmerkt door een intraoculaire weefselontsteking. Het is een veelvoorkomende ziekte die doorgaans jonge patiënten treft. Het kan infectieus (gelinkt aan een microbe) of niet-infectieus zijn. Mijn onderzoeksproject focuste zich op de niet-infectieuze uveïtis. De bloed-retinabarrière (BRB) speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de ziekte. In normale omstandigheden zorgt deze bloed-retinabarrière 
voor een gereguleerd transport van voedingsstoffen naar het netvlies terwijl de visuele functie behouden blijft door de toegang tot toxines, pathogenen en immunitaire cellen te beperken. Bij niet-infectieuze uveïtis infiltreren witte bloedcellen het netvlies via een veranderde BRB en veroorzaken schade. Als belangrijkste component van de binnenste BRB spelen endotheliale cellen die de netvliesvaten bekleden daarom een centrale rol in de ontwikkeling van netvliesontsteking. Ons onderzoek identificeerde 82 genen en verschillende signaalwegen die significant gemoduleerd worden in retinale endotheelcellen tijdens experimentele uveïtis (een model van niet-infectieuze uveïtis), wat veelbelovende perspectieven biedt voor nieuwe doelgerichte therapieën. Sommige van de moleculen en signaalwegen die door ons onderzoek zijn geïdentificeerd, zijn nu het doelwit van geneesmiddelen in het therapeutische arsenaal voor bepaalde vormen van niet-infectieuze uveïtis, in het bijzonder zij die geassocieerd worden met systemische ziekten zoals de ziekte van Behçet of juveniele artritis.

Déborah Lipski tijdens de prijsuitreiking in 2013
Déborah Lipski (tweede van rechts) tijdens de prijsuitreiking in 2013

Wat heeft onze steun kunnen betekenen voor uw onderzoek?

Het heeft een belangrijke rol gespeeld in het succes van mijn onderzoek. Het gaf me toegang tot apparatuur voor RNA-extractie en sequentiebepaling en financiering voor complexe bioinformatica-analyses. Het heeft ook de reiskosten gedekt voor het bijwonen van internationale conferenties om onze resultaten te delen met de wetenschappelijke community en de perspectieven van het laboratorium te verbreden.

Wat heeft de steun voor uw onderzoek u bijgebracht?

Professioneel gezien is het onderzoek een echte les in nederigheid en doorzettingsvermogen geweest.  De uitdagingen die ik tegenkwam hebben me geholpen om mijn creativiteit en veerkracht te ontwikkelen. De ervaring heeft mijn vaardigheden op het gebied van projectmanagement en wetenschappelijke communicatie versterkt en mijn professionele netwerk uitgebreid. Op persoonlijk vlak is dit avontuur een bron van inspiratie en motivatie geweest. Het heeft mijn kritische geest en mijn perceptie van de publicaties van mijn collega’s sterk ontwikkeld. Het heeft mijn interesse in medisch onderzoek versterkt als middel om de gezondheidszorg te verbeteren en het leven van mensen die lijden aan visusgerelateerde ziekten te verbeteren.

Heeft u nog een boodschap voor  de Brailleliga?

Ik ben de Brailleliga enorm erkentelijk voor haar niet aflatende steun voor onderzoek op het gebied van oogheelkunde. In de afgelopen 20 jaar is er in de oogheelkunde grote vooruitgang geboekt die de levenskwaliteit van patiënten met een visuele handicap verbetert, waardoor ze betere toegang krijgen tot informatie, mobiliteit en een bevredigend sociaal leven. Hoop is meer dan ooit toegestaan!

Sponsors

Dit vind je misschien ook interessant…

Terug naar boven